De foto boven het artikel ´Bloedende tepels: wat doe je ertegen?’ is goed getroffen. Een grote, kale hardloper in een spierwit hardloopshirt. Op zijn borst heeft een paintball-scherpschutter twee keer precies raak geschoten. Simultaan druipt het rood omlaag, perfect combinerend met het rood-witte merkje net daarboven. De fotograaf, overduidelijk een professional, heeft ook het verkeerslicht naast het hoofd van de man nog even meegepikt. De compositie is volmaakt.
De tips onder deze smakelijk foto zijn eenvoudig en duidelijk. Vaseline smeren en geen goedkope shirts dragen. Mocht dat niet afdoende zijn, dan kan de boel voor het lopen nog even afgeplakt worden met een pleister of speciale tape. Een waarschuwing daarbij: voor mannen die ruim in het borsthaar zitten, kan deze laatste optie uiteindelijk pijnlijker zijn dan de kwaal zelf. Ik besluit eerst de smeeroptie te proberen.
Voor mij waren deze perikelen compleet nieuw. Tijdens mijn eerste marathon had ik overal pijn, maar niet in mijn tepels. Ik had wel gelezen over dit fenomeen, maar het schuren en scheuren bleef bij mij altijd achterwege. Naïef als ik was, dacht ik immuun te zijn. Zoals je mensen hebt die er heilig in geloven dat het coronavirus ze zal blijven overslaan, zo geloofde ik dat de snipers me niet konden raken met hun rode verfballetjes. Tot afgelopen week.
Het was gelukkig niet zo’n fotogeniek gebeuren als bij de kale man met het veel te witte shirt. Op een andere website, die zich niet richtte op hardlopers maar op vrouwen die borstvoeding geven, las ik waarmee ik hier te maken had: beginnende kloven. Om te voorkomen dat deze in rap tempo dieper en dieper zouden worden, zoals dat tegenwoordig gaat met kloven, begaf ik mij in looppas naar de Kruidvat.
‘Wat is dat, papa?’, klonk het toen ik de pot vaseline thuis op tafel zette. Kort legde ik uit wat mijn probleem was, en hoe die pot met dat rare witte spul me daarbij zou helpen. Uiteraard volgde daarop een serie waaromvragen. Kon ik bij de meeste andere ogenschijnlijk overbodige lichaamsdelen nog verwijzen naar enig praktisch nut in het heden (de wenkbrauw) of het verleden (de navel), bij de tepels kwam ik er toch minder goed uit. Met name de mannelijke versies kostten me moeite. Gelukkig namen beide kritische leerlingen genoegen met de uitweg dat een bovenlichaam er maar saai uitziet zonder die twee knopjes.
De komende weken ga ik dus goed ingesmeerd verder met mijn hardlooprondjes. Net als onbehandelde kloven zullen die rondjes alleen maar in omvang toenemen. Het wachten is natuurlijk op de volgende kwaal, want niemand kan ongestraft het aantal hardloopkilometers opschroeven. Volgens het artikel met de treffende foto moet ik in elk geval rekening houden met blaren, jeuk op onverwachte plekken, zwarte teennagels en winderigheid. Het aantal ongemakken uit dit rijtje waar ik heus geen hardloopkilometers voor nodig heb, zal ik hier omwille van de goede smaak onvermeld laten.
Verscheen eerder in: Leidsch Dagblad, 2 september 2022